
Mijn schrijfmoment begint met koffie. Per dag pruttelt er gerust een liter koffie door het apparaat en voltrek ik met regelmaat de tocht van mijn kantoor, de trap af, door de woonkamer naar de keuken en weer terug. Zonder koffie kan ik domweg niet schrijven. Ik staar wezenloos naar mijn toetsenbord, ik tuur suf door het raam zonder oog te hebben voor mijn ruziënde achterburen of ik schrik op wanneer de kat besluit genoeg te hebben van mijn kroelende vingers achter zijn oren, en waarschuwend in mijn pink bijt. Pas wanneer de eerste slokken koffie - zwart, met drie schepjes suiker en bij voorkeur in een grote mok - via mijn slokdarm naar beneden glijden, gaat de schrijfknop in mijn hersenen aan. Espresso werkt helaas niet, daar ga ik te veel van stuiteren. Cappuccino en wiener melange zijn echter prima vervangers voor wanneer de koffiefilters op zijn.
Naast koffie kan ik ook niet zonder muziek. Wanneer het stil is in mijn kantoor, word ik te veel afgeleid door elk geluidje dat mijn kamer binnendringt. De ruziënde achterburen worden een interessant studie onderwerp, het rammelende speelmuisje van de kat een gehaat ding en de hoge, nasale stem van de buurvrouw werkt bij mij als een rode lap op een stier. Gelukkig biedt muziek mij een helpende hand. Al snel dreunt 'Ich Will' van Rammstein door de boxen en verandert mijn kantoor tot een voor mij ideaal schrijfparadijs. Weg zijn de nasale stem, de speelmuis en de ruzies. Daarvoor in de plaats komen de woorden, zinnen, punten en komma's. En niet lang daarna zit ik in mijn eigen schrijfwereldje en ontstaan de verhalen en blogs.
Maar nu eerst een bakkie koffie.
Esther