Vandaag werd ik door schrijfster Hella Kuipers aangespoord om mezelf 'schrijver'
te noemen en geen 'amateurschrijver'. Want, zo vermeldt zij in haar blog van afgelopen zondag: "Wie
zonder schrijven niet kan leven, is een schrijver."
Schrijven is inderdaad mijn grootste passie. Een leven zonder woorden, boeken, pen en papier kan ik me niet voorstellen. Ik vind het
heerlijk om een nieuwe wereld te creëren vol avonturen. Het geeft een spannend gevoel wanneer ik aan een verhaal werk en een intens geluk wanneer ik het
verhaal heb afgerond. Wanneer mijn verhalen anderen verwonderen, verbazen, hen
raken en doen verlangen naar meer, dan weet ik dat ik het goed gedaan heb. En
toch...
Hoewel ik me gevleid voel en het fantastisch zou vinden
om in het vakje bij beroep 'Schrijfster' in te vullen, vind ik niet dat ik
mezelf nu al zo mag noemen. Ik zie schrijven als vakmanschap. Een paar spijkers
slaan in een plank maakt mij nog geen timmerman. Mezelf slager noemen omdat ik een stukje vlees kan snijden, vind ik erg gemakzuchtig.
Net als elk ander ambacht, kost
ook schrijven de nodige dosis bloed, zweet en tranen voordat je het vakmanschap
bereikt. Soms timmer ik er rustig op los. Hier een plankje, daar een schroefje
en op een andere plek komen wat extra spijkers. Ik pas en meet en klus dat het
een lieve lust is. Ik timmer een geraamte in elkaar dat alles bij elkaar houdt.
Zorg voor een stevig onderstel, zodat het niet meteen bij het eerste zuchtje
wind in elkaar stort. En ik creëer lades, glazen deurtjes en sleutelgaten waar de
lezer al vast een blik in en door kan werpen om te zien wat er komt.
Op andere momenten maakt het schrijven me tot een slager,
met een bloederig schort om mijn middel en een groot hakmes in de hand. Ik hak mijn
geschreven teksten aan stukken, ontdoe de overgebleven lappen schrijfsels van
hun overbodige zinnen, fileer het restant en snijd het vervolgens al zwoegend
op maat. Daarna keur ik het resultaat opnieuw en waar nodig gaat er nog een
keer het mes in.
Zo lijkt er geen verschil te zijn tussen mij en
schrijvers. We schrijven allebei, zwoegen, schrappen, creëren, snijden en
schaven bij. En beiden kunnen we niet zonder schrijven in ons leven. Maar in één
ding verschillen we wel. Zij hebben al een 'kast' afgeleverd en een keurmerk
gekregen. Ik nog niet. En dat is voor mij de maatstaf tussen amateurschrijver en schrijver.
Dus, totdat ook ik een boek heb uitgegeven, blijf ik
mezelf amateurschrijver noemen. Al mag je me best vleien en 'schrijver' tegen
me zeggen.
En van wie krijg jij dat keurmerk? Wie mag van jou die maatstaf hanteren? (Pas op hoor, dit is mijn grootste stokpaard ;-)
BeantwoordenVerwijderenHa Heldinne,
VerwijderenDie maatstaf hanteer ik alleen en verder niemand. Ongetwijfeld zijn er mensen die dezelfde maatstaf hanteren. Maar er zijn ook mensen met een andere maatstaf. Dat vind ik allemaal prima. Maar deze maatstaf is de mijne. Hoe kan ik ooit anderen overtuigen van mijn schrijfsels, wanneer ik er zelf niet in geloof? Hoe kan ik hen overtuigen van mijn werk, wanneer ik mijn werk laat afhangen van anderen? Daarom ga ik er dus alleen over, bepaal ik de hoogte van mijn lat en geef ik het stokje niet uit handen.
Het keurmerk, dat zijn mijn lezers. Niet de uitgeverij, het winnen van een schrijfwedstrijd of de hoge score van een recensent. De laatste drie zijn mooi meegenomen. Maar wanneer geen hond mijn boek wil lezen of het na de eerste paar pagina's al weggooit, dan houdt het op. Dan verdient het in mijn optiek ook niet de benaming 'boek' en ik dus niet de titel 'schrijver'. Dan kan ik het beter verkopen als aanmaakpapier voor de open haard.